FRANS MEIJER
Wie is Frans Meijer?
Frans Meijer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Frans Meijer
Meijer (links) en Jan Boellaard in 1984
Volledige naam
Francisco Meijer
Bijnaam
Stekel
Geboren
16 mei 1953
Amsterdam
Nationaliteit
Nederland
Verdacht van
overval Girokantoor; overval Hoofdpostkantoor
Aangeklaagd voor
ontvoering; voorgenomen overval
Veroordeeld voor
ontvoering; voorgenomen overval
Status
gevangen
Opleiding
drie jaar lagere school
Beroep
tegelzetter
Overtuiging
Pinkstergemeente
Francisco (Frans) Meijer (Amsterdam, 16 mei 1953[1]), alias Stekel (ook Fransie Turbo), was in 1983 een van de ontvoerders van Freddy Heineken en diens chauffeur Ab Doderer. Hij zou het brein achter de ontvoering zijn geweest.[2]
Voorgeschiedenis
Meijer groeide op aan het Van Beuningenplein in de Staatsliedenbuurt, waar hij met zijn stiefvader, moeder Riek en een zusje woonde. Zijn biologische vader zou directeur van een koekfabriek zijn geweest.[3] Thuis had hij een kamer met bodybuildingapparatuur. Samen met zijn vriend Jan Boellaard maakte hij de buurt onveilig in een Kreidler Florett-brommerclub.[3] Rond 1970 ontmoetten ze Cor van Hout die toen een jaar of dertien was. Meijer zou destijds de eerste pitbull van Amsterdam hebben gehad,[4] of tenminste een van de eersten.[3] Het drietal vormde in de jaren zeventig een bende. Volgens oud-commissaris van politie in Amsterdam Joop van Riessen was deze bende in 1976 verantwoordelijk voor een spectaculaire gewapende overval op het Gemeentegirokantoor aan het Singel, waarbij onder meer gebruik werd gemaakt van een speedboot.[5][6]
Meijer richtte in 1976 met Boellaard en Van Hout aannemersbedrijf Epan B.V. op.[7] Willem Holleeder kwam bij Epan werken als chauffeur. Het bedrijf ging uiteindelijk door wanbeheer failliet.[8]
Ontvoering
Toen in 1981 de huizenhandel instortte vatte de bende - waartoe inmiddels ook Holleeder behoorde - het plan op een rijke Nederlander te ontvoeren. De keuze viel uiteindelijk op Freddy Heineken. Meijer zou daarbij het inhaligst zijn geweest en 100 miljoen gulden losgeld hebben willen eisen.[9] Het bedrag zou uiteindelijk om praktische redenen worden bepaald op 35 miljoen. Op 7 januari 1982 werd op het binnenterrein van het Amsterdamse hoofdpostkantoorkantoor aan het Oosterdok een geldtransport overvallen door vijf mannen die een geldzak met voornamelijk buitenlandse valuta buitmaakten.[10] Meijers moeder verklaarde in 1987 dat haar zoon op een dag thuis was gekomen met een sporttas met pruiken. Hij zou desgevraagd hebben gezegd dat ze daar de volgende dag wel over in de krant zou lezen; die dag zou de overval in de krant hebben gestaan.[11] Na de Heineken-ontvoering werd vermoed dat deze overval - die leek op de overval op het Girokantoor uit 1976 - was uitgevoerd om de voorbereiding van de ontvoering van Heineken te kunnen financieren.[11]
Heineken en diens chauffeur Ab Doderer werden op 9 november 1983 ontvoerd en in de timmerfabriek van Jan Boellaard in het westelijk havengebied opgesloten. Meijer moest ervoor zorgen dat het tweetal dagelijks te eten kreeg. In zijn stamkroeg in de Amsterdamse Westerstraat zou hij tegen etenstijd steevast hebben gezegd dat hij 'Heineken even eten ging geven'. Dat het hier geen grap betrof werd pas later duidelijk. Volgens Heineken zou Meijer altijd huppend als een kikker de cel zijn binnengekomen, kennelijk om zijn lange gestalte te maskeren.[12] Nadat Heineken en Doderer op 30 november waren bevrijd en de ontvoerders door de politie waren ontmaskerd, doken Holleeder, Van Hout en Meijer onder.
Zichzelf aangegeven
In december 1983 ontving Het Parool een handgeschreven brief van Meijer, waarin deze over de ontvoering zijn spijt betuigde.[13] Zijn vrouw Yvonne herkende het handschrift van haar man.[14] Meijer schreef onder meer dat hij zichzelf "een flodder" vond, en betitelde zijn daad als "onmenselijk".[15]
Op 28 december meldde Meijer zichzelf bij het Amsterdamse hoofdbureau van politie, in gezelschap van zijn vriendin. Hij wilde echter pas met de politie praten na een gesprek met Parool-verslaggever Bert Bommels, wat werd toegestaan.[16] Tijdens het gesprek met Bommels vertelde Meijer dat hij weken door de stad had gezworven, nadenkend over hoe het nou verder moest. Herkend was hij nooit. Meestal had hij buiten geslapen, onder een brug of onder een omgekeerde boot. Alleen de laatste nacht had hij bij zijn moeder doorgebracht.[16] Tijdens de ontvoering was hij volgens eigen zeggen soms misselijk van zichzelf geweest en was hij huilend de cel uit gekomen waarin chauffeur Ab Doderer vastzat.[16] Als reden om de ontvoering te beramen gaf hij financiële problemen op. Volgens hem was hij kapot gemaakt door de krakers en door "de houding van de politie en de justitie tegenover mensen die zomaar je huizen inpikken". Hij beweerde daar geestelijk en financieel kapot aan te zijn gegaan en had het vertrouwen in de rechtsorde verloren.[16]
Veroordeeld
Meijer werd vastgezet in de Bijlmerbajes en mocht daar alleen zijn advocaat ontvangen. Hij was depressief en gebruikte kalmerende middelen. Op 14 februari 1984 bevestigde Max Moszkowicz een verzoek van Meijer om te worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum.[17]
Op 29 augustus 1984 probeerde Meijer uit de Bijlmerbajes te ontsnappen. Een onbekende had vanaf de weg bij het sportcomplex een touw over de muur gegooid. Meijer hing al aan het touw toen hij door een bewaker werd overmeesterd.[18] Meijer verklaarde later dat het touw door God over de muur was gestuurd, waarop hij het dan maar had gepakt.[19]
In oktober 1984 vond een pro-formazitting plaats, waarbij het Openbaar Ministerie tegen Meijer en Jan Boellaard de maximumstraf van 16 jaar eiste.[20] Meijer beweerde het losgeld ergens op het strand te hebben verbrand.[21] De rechtbank hield de zaak aan en Meijer werd op last van de rechter-commissaris naar het Pieter Baan Centrum overgeplaatst, waar moest worden onderzocht "of meneer Meijer veinst of niet als hij onzinnige reacties geeft".[22] Op 1 januari 1985 wist hij te ontsnappen, door met twee medegedetineerden een boenmachine door een gepantserde ruit te gooien,[20] waarna hij spoorloos verdween.[23]
Na zijn ontsnapping werd Meijer op 21 maart 1985 bij verstek veroordeeld tot twaalf jaar cel.[20] Door zijn advocaat Max Moszkowicz liet hij hoger beroep aantekenen. In dat hoger beroep werd Meijer opnieuw tot twaalf jaar cel veroordeeld.[bron?] Ook een cassatieberoep werd afgewezen.[24]
Eind 1986 viel een Frans arrestatie-eenheid een huis in Toulon binnen waar ook Meijer zijn verblijf bleek te hebben; hij was echter niet thuis. In het huis werden valse identiteitspapieren gevonden waaruit bleek dat hij de naam 'Jacob Klein' gebruikte.[11] Hierna liep het spoor dood. Verondersteld werd dat Meijer in een klooster zat,[22] was vermoord, of zich door plastische chirurgie een ander uiterlijk had laten aanmeten.[25]
Opgespoord in Paraguay
Meijer zou aanvankelijk in Brazilië een wild leven hebben geleid, tot hij ontredderd en aan een geslachtsziekte lijdend in Paraguay werd opgevangen door een diepgelovige vrouw.[21] Hij zou op dat moment zo aan lager wal zijn geraakt dat hij in een kartonnen doos op straat leefde.[26] Paraguay was destijds een door en door corrupt land, en een vrijhaven voor witwassen.[27]
Misdaadjournalist Peter R. de Vries spoorde Meijer in 1994 na een anonieme tip[21] op in Paraguay.[28] Meijer bleek er de naam Rudi Doves te hebben aangenomen,[29] en had op die naam een Paraguayaanse identiteitskaart gekregen en later een paspoort.[30] Hij bleek in 1986 getrouwd met een Paraguayaanse[30] bij wie hij drie kinderen had, ging drie keer per week naar de kerk,[31] gaf zich uit voor een Spaans zakenman, woonde in een villa, en exploiteerde twee hamburgerrestaurants in Asuncion.[19]
Of hij zijn luxe levensstijl kon bekostigen van de twee restaurantjes
was onduidelijk; door andere winkeliers werd vermoed dat hij in cocaïne
handelde.[30]
Hoewel de beveiligingsdienst van het Heineken-concern jarenlang naar
Meijer had gezocht reageerde Freddy Heineken laconiek op het nieuws:
"Laat hem daar maar lekker zitten. Ik heb geen wraakgevoelens. Ik heb
wel wat anders aan mijn hoofd.[22]
De Nederlandse consul te Asuncion had in 1985 wel genoteerd dat in de stad een Nederlander was opgedoken die zich niet had laten inschrijven op het consulaat, maar had verder geen actie ondernomen. Dat het om de pas ontsnapte Meijer ging wist de consul destijds niet.[32] De consul kreeg in augustus 1994 geen instructies vanuit Nederland.[33] Omdat Nederland geen uitleveringsverdrag met Paraguay had, lag uitlevering van Meijer ingewikkeld. Kansloos was zo'n verzoek echter niet. Minister Kosto van Justitie moest zich er over buigen.[34] Meijer bleek echter Paraguay op 3 augustus halsoverkop te hebben verlaten.[31]
In Paraguay gearresteerd
Begin april 1995 sprak het VVD-Kamerlid Benk Korthals er zijn bevreemding over uit dat het Ministerie van Justitie geen zichtbare actie had ondernomen, hoewel Meijer toch al een half jaar eerder was gevonden. Minister Sorgdrager van Justitie verwees toen naar stille diplomatie.[35] Veertien dagen later werd Meijer op 16 april in de Paraguayaanse stad Paraguarí gearresteerd.[36] Hij werd in de beruchte Tacumbu-gevangenis vastgezet, maar verklaarde nooit naar Nederland te zullen gaan.[37] en nam mr. Bram Moszkowicz in de arm om uitlevering te verhinderen.[38] Op 21 april overhandigde de Nederlandse ambassadeur in Uruguay te Paraguay de uitleveringsstukken aan de onderminister van buitenlandse zaken. Meijer kwam echter op 5 mei weer vrij.[39] Volgens advocaat Moszkowicz was Meijer vrijgelaten omdat volgens Paraguayaans recht binnen 48 uur na arrestatie een uitleveringsverzoek had moeten worden ingediend, en dit niet was gebeurd.[40] De Tweede Kamerfracties van de VVD en het CDA vroegen minister Sorgdrager van Justitie om uitleg.[40] Volgens de minister wist de dienstdoende rechter niet dat Nederland om uitlevering had verzocht.[41] De procureur-generaal van Paraguay stelde dat Meijer snel opnieuw zou worden gearresteerd en waarschijnlijk nog in mei zou worden uitgeleverd.[42] Het Nederlandse uitleveringsverzoek aan Paraguay werd echter ingetrokken.[43] Twee Paraguaanse rechters, die ervan werden verdacht dat ze Meijer opzettelijk voorwaardelijk in vrijheid hadden gesteld, werden geschorst.[44]
Opnieuw gearresteerd
Pas op 28 januari 1998 werd Meijer in Paraguay opnieuw gearresteerd.[45] Na een jarenlang juridisch gevecht werd in mei 2001 door een rechtbank in Paraguay bepaald dat Meijer mocht worden uitgeleverd.[46][47] Meijer ging tegen het besluit in beroep. Tijdens de Pinksterdagen deed hij boete voor wat hij Heineken en Doderer had aangedaan.[26] Meijer zou in de gevangenis bijbelstudies leiden, preken houden, en een afkickprogramma hebben opgezet.[26]
Een jaar later werd op 2 juli 2002 bekend dat het hooggerechtshof in Asuncion het beroep van Meijer tegen zijn uitlevering had afgewezen.[48] Op 30 maart 2003 kwam Meijer ten slotte in Nederland aan.[49]
Meijer had zijn straf in Paraguay willen uitzitten om zijn vrouw en kinderen te kunnen blijven zien. Hij zei een innerlijke verandering te hebben doorgemaakt; hij was bekeerd tot het christendom[26] en betreurde de ontvoering van Heineken en Doderer. Toen zijn collega-ontvoerder Cor van Hout begin 2003 werd vermoord, liet Meijer in De Telegraaf van 27 januari een advertentie plaatsen met de tekst "COR, ik zal voor je bidden".
Omdat Meijer in Nederland al in voorarrest had gezeten, en hij in Paraguay was vastgezet in afwachting van zijn uitlevering, hoefde hij na zijn uitlevering nog maar iets meer dan twee jaar gevangenisstraf te ondergaan.[21] In januari 2005 werd hij vrijgelaten. Thomas van der Bijl, die optrad als chauffeur, verklaarde dat zij kort hierna werden klemgereden door Willem Holleeder. Die zou Meijer 9.000 dollar hebben toegezegd en het dringende advies hebben gegeven om zo snel mogelijk weer naar Paraguay te vertrekken. Op 23 februari 2005 vertrok Meijer weer naar Paraguay.[50]
Meijer liet in oktober 2011 van zich horen aan de vooravond van de premiere van De Heineken Ontvoering (2011), toen hij samen met Jan Boellaard meldde op stappen tegen deze film te zinnen. Hij vond het een politiefilm "die één kant van het verhaal vertelt, en dan nog zwaar overdreven ook".[51] Willem Holleeder eiste in kort geding een verbod op de film. Meijer, Boellaard en Martin Erkamps stuurden sommaties naar IDTV Film omdat de film niet voldoende waarheidsgetrouw zou zijn.[52] Het kort geding werd door Holleeder verloren.
Neergeschoten
In de ochtend van dinsdag 2 oktober 2018 werd Meijer, na een incident in de De Wittenstraat in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, door een motoragent neergeschoten[53] op het voetpad bij de kruising van de De Wittenkade en de Van Der Duijnstraat.[bron?] De agent opende het vuur omdat hij zag dat de vluchtende Meijer een pistool bij zich had.[53] Meijer, die een plaksnor droeg[54] liep meerdere schotwonden op.[55] Op 9 januari 2019 moest Meijer voor de rechter verschijnen, samen met zijn zoon Rudi Doves en de later opgepakte Laurens Boellaard, de zoon van mede-Heinekenontvoerder Jan Boellaard.[54] Meijer had met zijn zoon een overval op een geldtransport willen plegen.[56] Op 22 maart werd hij tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, conform de eis van het Openbaar Ministerie.[57]
Trivia
- Meijers favoriete film is The Godfather (1972), die hij tientallen keren heeft gezien.[3]
The Godfather
The Godfather is een Amerikaanse speelfilm uit 1972 van regisseur Francis Ford Coppola. De film werd in het Nederlandse taalgebied uitgebracht als De peetvader. De film is de eerste uit een reeks van drie en vertelt het verhaal van Vito Corleone, hoofd van een maffiafamilie uit New York. The Godfather is gebaseerd op het gelijknamige boek van Mario Puzo (tevens medeverantwoordelijk voor het scenario). Hoofdrollen worden gespeeld door onder anderen Marlon Brando, Al Pacino, Robert Duvall, James Caan en Diane Keaton.
The Godfather wordt beschouwd als een van de beste films aller tijden, op plaats drie volgens het American Film Institute.[1] De film was destijds een groot succes. Het was de best bezochte film van het jaar en werd genomineerd voor elf Oscars, waarvan hij er drie won: de Oscar voor beste film, beste acteur (voor Marlon Brando) en beste bewerking van een boek tot een scenario. De film betekende de grote doorbraak voor James Caan, Robert Duvall en de destijds onbekende Al Pacino. Marlon Brando keerde met deze film terug als geslaagd acteur na jaren van flops en blies het genre van de gangsterfilm nieuw leven in.
De film is vaak geparodieerd en geciteerd. Vooral het beroemde citaat I'm gonna make him an offer he can't refuse is vaak gebruikt. (Vertaling: Ik doe hem een onweerstaanbaar aanbod. Betekenis: ik maak hem zo bang dat hij wel doet wat ik wil, dus criminele intimidatie.)
Verhaal
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.Het is halverwege de jaren veertig. Don Vito Corleone (Marlon Brando) is het hoofd van de New Yorkse maffiafamilie Corleone. Tradities en respect zijn de codewoorden in deze wereld. De film begint tijdens de bruiloft van dochter Connie Corleone en Carlo Rizzi. Het feest wordt in de grote tuin van de familie Corleone gehouden. Vito Corleone kan volgens oud Siciliaans gebruik op deze trouwdag van zijn dochter geen verzoeken weigeren.
De eerste die de Don om een dienst vraagt is Bonasera. Bonasera heeft een dochter; voorheen een mooi meisje. Ze is echter mishandeld door twee Amerikaanse jongens. Toen de rechtszaak hiervoor diende werden de daders slechts veroordeeld tot een voorwaardelijke straf. Bonasera vond dit geen gerechtigheid en zei tegen zijn vrouw "Voor gerechtigheid moeten we naar Don Corleone".
Ondertussen arriveert Michael Corleone - de jongste zoon van Don Vito Corleone - op het feest. Hij heeft een nieuw meisje, Kay Adams, meegenomen; geen Italiaanse. Michael heeft in de Tweede Wereldoorlog bij de mariniers gediend en is net terug uit de Stille Zuidzee. Hij wil niets met de misdadige praktijken van de familie te maken hebben, in tegenstelling tot zijn oudere broer Santino "Sonny" (James Caan).
Op een dag vraagt drugsbaron Virgil Sollozzo Don Vito Corleone om bescherming van zijn drugshandel. Don Vito houdt echter vast aan zijn oude normen en waarden en gaat niet in op het voorstel van Sollozzo. Zijn advocaat en pleegzoon Tom Hagen (Robert Duvall) en Sonny vinden dat de familie er wel op in moet gaan. Omdat Sonny tijdens de ontmoeting zijn mond voorbij praat, ziet Sollozzo zijn kans schoon om met Sonny als Don wél tot een overeenkomst te komen. Daarom beraamt hij een aanslag op Don Corleone: als de Don zijn kantoor verlaat en bij een fruitkraam wat inkopen doet, wordt hij neergeschoten door twee huurmoordenaars terwijl zijn zoon Fredo hulpeloos toekijkt.
Don Vito Corleone raakt zwaargewond bij deze aanslag rond Kerstmis. Sonny zint meteen op wraak, maar hij weet nog niet precies hoe. Bij een vergadering met de belangrijkste pionnen van de familie, zegt Michael dat hij wraak zal nemen. Michael doet dit dan ook en hij vermoordt de mannen achter de aanslag: Sollozzo en de corrupte politiechef Mark McCluskey. Sonny laat ook de zoon van don Tattaglia, de baas van Sollozo, vermoorden. Michael moet vluchten naar Sicilië, waar hij verliefd wordt op een meisje genaamd Apollonia Vitelli, en met haar trouwt. Zijn vrouw wordt echter gedood door een autobom die voor hem bedoeld was. Sonny wordt verraden door Carlo Rizzi, Connies echtgenoot, nadat hij Carlo een lesje leerde nadat die Connie meermalen mishandelde. Sonny wordt klemgereden bij een tolhuis en doorzeefd met kogels - een scène die gebaseerd is op het einde van Bonnie and Clyde uit 1967.
Don Vito Corleone is inmiddels hersteld en neemt de leiding van zijn familie weer over. Wanneer hij hoort dat Sonny vermoord is wil hij geen wraakacties, maar juist de oorlog doen ophouden. Tijdens een vergadering met alle hoofden van de andere families geeft hij met tegenzin toe aan de drugshandel op voorwaarde dat er vrede komt en dat Michael niets mag overkomen zodat hij kan thuiskomen uit Sicilië. Als Michael terugkeert naar New York trouwt hij met Kay. Michael is na de dood van Sonny de enige die de leiding van zijn vader kan overnemen. Hij vertrouwt Kay toe dat de familie binnen vijf jaar legaal zal zijn.
Vito sterft aan een hartaanval en Michael neemt zijn rol over. Tijdens de doop van zijn neefje, als Michael daadwerkelijk peetoom (godfather) van Connies tweede kind wordt, grijpt hij de macht in de maffiawereld van New York. Michael is bij de doop aanwezig, als zijn mannen de belangrijkste vijanden van de familie vermoorden. Dit zijn de hoofden van de andere "vier families" in New York. Deze bestaan uit Don Barzini, Don Cuneo, Don Stracci en Don Tattaglia. Ook Connies man Carlo Rizzi wordt na de doop gewurgd, nadat hij toegegeven heeft Sonny te hebben verraden. Als Kay Michael vraagt of hij iets te maken heeft met de dood van Carlo, zegt hij haar van niet. Hij liegt. Kay is eerst opgelucht, maar kijkt uit de verte toe wanneer de nieuwe caporegimes (ondergeschikte diensthoofden) hun respect en onderwerping aan Michael tonen door ritueel zijn hand te kussen en hem aan te spreken met 'Don Corleone'.
Rolverdeling
Acteur Personage Opmerkingen Marlon Brando Don Vito Corleone Oscar beste acteur Al Pacino Michael Corleone nominatie Oscar beste mannelijke bijrol James Caan Santino "Sonny" Corleone nominatie Oscar beste mannelijke bijrol Richard S. Castellano Peter Clemenza Robert Duvall Tom Hagen nominatie Oscar beste mannelijke bijrol Sterling Hayden Hoofdinspecteur McCluskey John Marley Jack Woltz Richard Conte Don Emilio Barzini Al Lettieri Virgil "The Turk" Sollozzo Diane Keaton Kay Adams Abe Vigoda Salvatore Tessio Talia Shire Constanzia "Connie" Corleone-Rizzi Gianni Russo Carlo Rizzi John Cazale Frederico "Fredo" Corleone Victor Rendina Don Philip Tattaglia Rudy Bond Don Carmine Cuneo Donny Costello Don Victor Stracci Al Martino Johnny Fontane Morgana King Carmela "Mama" Corleone Lenny Montana Luca Brasi Johnny Martino Paulie Gatto Salvatore Corsitto Amerigo Bonasera Richard Bright Al Neri Alex Rocco Moe Greene Simonetta Stefanelli Apollonia Vitelli-Corleone Tony Giorgio Bruno Tattaglia Angelo Infanti Fabrizio Franco Citti Calò Joe Spinell Willi Cicci Corrado Gaipa Don Lionele Tommasino Julie Gregg Sandra Corleone Anthony Gounaris Anthony Vito Corleone onvermeldOntstaan
Paramount had het plan opgevat om voor een laag budget een filmversie op te nemen van Mario Puzo's succesroman The Godfather. De film werd eerst aangeboden aan regisseur Sergio Leone, maar deze weigerde en maakte zijn eigen gangsterfilm, de klassieker Once Upon a Time in America. Later zou Leone toegeven dat hij spijt had van deze beslissing. Daarna boden ze de film aan Francis Ford Coppola aan, een jonge regisseur die Paramount dacht makkelijk in de hand te kunnen houden. Coppola wilde in eerste instantie de film ook niet maken, maar na de garantie dat hij The Conversation ook mocht maken, ging hij overstag.
Coppola bleek minder makkelijk te zijn dan Paramount had gedacht, en Paramount heeft op het punt gestaan hem te ontslaan. Hij overschreed het budget en hield zich niet aan het tijdschema. Paramount was eveneens fel gekant tegen enkele beslissingen van Coppola, waaronder de keuze voor Al Pacino en Marlon Brando in de belangrijkste rollen. Pacino was namelijk destijds vrij onbekend (alhoewel hij al een Tony Award had gewonnen, had hij voor The Godfather slechts twee films gemaakt) en kwam slecht uit de screentests. Brando had al jaren geen hit meer gehad. Zijn laatste film Queimada uit 1969 was zelfs een grote flop. Voor de rol van Don Vito Corleone had Coppola ook Laurence Olivier op het oog, maar die was te ziek.
Paramounts filmproducent Robert Evans had anderen op het oog voor de rollen, zoals Ernest Borgnine en de Italiaanse filmproducent Carlo Ponti voor Don Vito Corleone en Robert Redford, Warren Beatty en Burt Reynolds voor Michael Corleone. Later besloten ze dat James Caan, die Coppola wilde voor de rol van Sonny, Michael zou spelen. Uiteindelijk stemde Paramount in met de keuze voor Pacino en Brando. Pacino had zichzelf echter ook verbonden aan een andere film, The Gang That Couldn't Shoot Straight van MGM. Om Pacino vrij te krijgen van de film ruilden ze hem voor een andere acteur die oorspronkelijk was geselecteerd, Robert De Niro. De Niro, die auditie had gedaan voor de rollen van Sonny en Michael en de rol van verrader Paulie Gatto had gekregen, nam het aanbod aan en speelde de rol die Pacino oorspronkelijk zou spelen. Door niet mee te spelen in The Godfather kon De Niro de jonge Vito Corleone spelen in het vervolg The Godfather Part II, de rol die hem een Oscar opleverde en van hem een ster maakte.
Tijdens voorbereidingen van de scènes had Coppola zijn acteurs scènes laten improviseren die de film niet zouden halen. Ook organiseerde hij diners waarbij de acteurs aten, dronken en spraken als hun personage.
De film werd opgenomen tussen 29 maart en 6 augustus 1971. Met zijn cameraman Gordon Willis besloot Coppola een trage film te maken. Daarmee ging hij in tegen de toenmalige mode van snelle camerabewegingen en montage. Hij wilde juist een "tableau vivant"-stijl toepassen, met een stilstaande camera en schaduwrijke interieurs.
Ontvangst en draagwijdte
De film ging op 14 maart 1972 in New York in première, en draaide een week later in Los Angeles. In het weekend na de première in Los Angeles bracht de film in de VS 5,3 miljoen dollar op. In het eerste jaar was de omzet zo'n 81,6 miljoen dollar op in de Verenigde Staten en Canada, veertien keer zoveel als hij kostte. Het was daarmee de best bezochte film van het jaar en zelfs even aller tijden, totdat The Exorcist een jaar later 3 miljoen dollar meer opbracht. De film is daarna nog enkele keren opnieuw uitgebracht. In 1997 had de film wereldwijd zo'n 245 miljoen dollar opgebracht in de bioscopen.
Tegenwoordig wordt de film beschouwd als een van de beste aller tijden. Entertainment Weekly verkoos het tot de beste film, het American Film Institute zette de film op de derde plaats van de lijst van beste Amerikaanse films aller tijden. Ook staat de film constant in de top drie van de IMDb Top 250. In 1990 werd de film opgenomen in de National Film Registry.
Daarnaast werd de zin "I'm gonna make him an offer he can't refuse", regelmatig geciteerd en geparodieerd, door het American Film Institute gekozen als het op een na beste filmcitaat, na "Frankly my dear, I don't give a damn" van Gone With the Wind (1939) Vertaling: Lieverd, het kan me eerlijk gezegd niets schelen.
The Godfather wordt vaak gezien als de film die het gangstergenre nieuw leven inblies. Onder meer door het verzonnen idee van de maffia als een familie met eigen normen, zoals een adellijke familie, die getrouwen gunsten verleent en geweld pleegt tegen tegenstanders.
Prijzen en nominaties
Oscars 1973
The Godfather werd genomineerd voor elf Oscars, waarvan hij er uiteindelijk drie won. Marlon Brando, die de prijs voor beste acteur kreeg, weigerde echter naar de uitreiking te komen uit protest tegen de manier waarop indianen in de filmindustrie werden uitgebeeld. Hij stuurde de actrice Sacheen Littlefeather om op de ceremonie uitleg te geven. Ook Mario Puzo was niet aanwezig. De prijs voor beste scenario werd opgehaald door zijn dochter Dorothy Ann Puzo. Drie acteurs uit deze ene film werden in dezelfde categorie van beste mannelijke bijrol voor een Oscar genomineerd. Coppola vindt dit een groot compliment voor de film. Nino Rota's muziekpartituur was ook genomineerd voor een Oscar, maar die moest later worden teruggetrokken omdat bleek dat Rota al gedeelten van de muziek had gebruikt in de vrij onbekende Italiaanse film Fortunella uit 1958. Hierdoor kwam de partituur niet in aanmerking voor de prijs.
- Beste film - Albert S. Ruddy (gewonnen)
- Beste acteur - Marlon Brando (gewonnen)
- Beste aangepaste scenario - Mario Puzo en Francis Ford Coppola (gewonnen)
- Beste regie - Francis Ford Coppola (genomineerd)
- Beste mannelijke bijrol - James Caan (genomineerd)
- Beste mannelijke bijrol - Al Pacino (genomineerd)
- Beste mannelijke bijrol - Robert Duvall (genomineerd)
- Best kostuumontwerp - Anna Hill Johnstone (genomineerd)
- Beste montage - William Reynolds en Peter Zinner (genomineerd)
- Beste muziek, originele partituur - Nino Rota (genomineerd, teruggetrokken)
- Beste geluid - Charles Grenzbach, Richard Portman en Christopher Newman (genomineerd)
Golden Globes
- Beste film, drama (gewonnen)
- Beste regie - Francis Ford Coppola (gewonnen)
- Beste filmacteur, drama - Marlon Brando (gewonnen)
- Beste scenario - Francis Ford Coppola en Mario Puzo (gewonnen)
- Beste originele partituur - Nino Rota (gewonnen)
- Beste filmacteur, drama - Al Pacino (genomineerd)
- Beste bijrol - James Caan (genomineerd)
Grammy Awards
- Beste originele partituur voor een film of tv-special - Nino Rota (gewonnen)
Opvolgers
De opvolgers van deze film zijn:
- The Godfather Part II (1974)
- The Godfather Part III (1990)
In 1977 bewerkte Coppola de eerste en tweede film tot één film, The Godfather Saga geheten.
Godfather Part IV
Vanaf halverwege jaren negentig kwam het gerucht naar boven dat Mario Puzo bezig was met het schrijven van een vierde deel.[2] De film zou dezelfde structuur hebben als deel II. Het verhaal zou over de jeugd van Sonny gaan, gecombineerd met de huidige stand van zaken na het derde deel, voor de dood van Michael Corleone. Voor de rol van jonge Sonny werd gedacht aan Leonardo DiCaprio. In 1999 overleed Puzo echter, waardoor regisseur Francis Ford Coppola geen interesse meer toonde in een eventueel vervolg. In 2003 heeft Andy García nog geprobeerd filmmaatschappij Paramount Pictures ervan te overtuigen om dit deel te maken.
In 2012 verscheen het boek The Family Corleone (Nederlandse vertaling: De Corleone's), van Ed Falco. Hij baseerde dit op het onverfilmde scenario van Mario Puzo, dat werd uitgebracht door de familie van de overleden schrijver. Het betreft hier alleen het verhaal dat zich afspeelt in de jaren dertig.
Computerspel
In 2006 is er een tweede videospel van The Godfather uitgekomen. Dit spel draagt de naam The Godfather: The Game. Voor dit spel zijn de meeste originele stemmen gebruikt, maar Al Pacino is niet te horen. Het spel is geproduceerd door EA Games. Doel is dat de speler zich als jongeman aansluit bij de familie Corleone en zich een weg omhoog moet banen in het criminele circuit, totdat hij uiteindelijk de titel van 'Don of New York' heeft verdiend.
Trivia
- Wanneer in de film sinaasappels te zien zijn, moet de kijker er mee rekening houden dat aanwezige personen weleens vermoord kunnen worden. Coppola heeft overigens eens gezegd dat dit louter toeval is. "De oranje kleur van de sinaasappels doet het gewoon goed in donkere shots".
- The Godfather is een van de weinige films waarbij het vervolg wordt beschouwd als net zo goed als het origineel, zo niet beter. Zowel The Godfather als The Godfather: Part II wonnen de Oscar voor beste film, waarmee de The Godfather-trilogie de enige filmserie is waarbij twee films de Oscar voor beste film wonnen.
- Sinds 1991 is een Godfather-videogame verkrijgbaar. In 2006 kwam er nog een Godfather-videogame uit.
- De baby die in de film werd gedoopt is Coppola's eigen dochter, Sofia Coppola.
- De film Mafia! is een parodie op onder andere deze film, met Lloyd Bridges als Don Vito.
- Volgens de geruchten zou de echte maffia pas nadat de film uitkwam "godfather" zeggen tegen hun bazen. Carlo Gambino stond ook wel bekend als "de godfather van New York". Dit is echter niet waar want tijdens zijn verhoren (1963) gebruikt Joe Valachi al de term "Godfather".[3]
- De figuur Johnny Fontane zou gebaseerd zijn op Frank Sinatra. De film From Here to Eternity uit 1953 zou de oorlogsfilm moeten zijn waar Johnny in zou verschijnen. Sinatra had destijds ook een dip in zijn carrière. Hij speelde een glansrol in From Here to Eternity en verdiende daar een Oscar mee. Fontane wint in The Godfather ook een Oscar voor de film waar hij in speelt.
- De juiste vertaling van Godfather is Peetoom, maar dat woord werd voor het vertaalde boek, en dus ook voor de film, niet geschikt bevonden. De film werd dus in Nederland De peetvader genoemd. Dit woord is deel uit gaan maken van de Nederlandse taal: er wordt thans vaak 'peetvader' gezegd in plaats van 'peetoom'.
- In 2022 werd The Offer uitgebracht op Paramount+, een mini-serie van tien episodes gebaseerd op verhalen rond de lastige pre-productie van de film The Godfather.